De uitbraak van Rhinopneumonie op het meerweekse concours CES Valencia van een tijd geleden heeft diepe sporen nagelaten. De verhalen over paarden die plots ziek worden en uiteindelijk met hulpmiddelen op de been gehouden moeten worden, zijn hartverscheurend. Helaas hebben enkele paarden de strijd tegen het virus verloren. Dit is de nachtmerrie van iedere paardeneigenaar.
In deze blog leggen we uit wat Rhinopneumonie (ook wel Rhino genoemd) precies is, welke symptomen je kunt herkennen en wat je kunt doen om besmetting te voorkomen.

Wat is Rhinopneumonie?
Rhinopneumonie is een virusziekte die wordt veroorzaakt door twee herpesvirussen: EHV1 en EHV4. Vrijwel ieder paard komt in zijn leven in aanraking met deze virussen. Bijna alle paarden in Nederland komen met het EHV4-virus in contact, en 20% tot 40% van de paarden wordt blootgesteld aan het EHV1-virus.
Verschijningsvormen van Rhinopneumonie
Rhino kent drie verschillende vormen, elk met specifieke symptomen:
-
Verkoudheidsvorm
- Komt vooral voor bij jonge paarden.
- Symptomen: koorts, snotneus, hoesten en dikke benen.
- Oorzaak: meestal EHV4.
-
Abortusvorm
- Treft drachtige merries.
- Symptomen: vroeggeboorte of zwakke veulens die vaak sterven.
- Oorzaak: EHV1, zonder ziekteverschijnselen bij de merrie.
-
Neurologische vorm
- De meest ernstige vorm, met vaak verlammingsverschijnselen.
- Symptomen: slappe staart, ataxie (coördinatiestoornissen), en in ernstige gevallen verlamming van voor- en/of achterbenen.
- Oorzaak: EHV1.
De neurologische verschijnselen treden meestal op binnen 1 tot 14 dagen na de eerste koortspiek.
Hoe wordt Rhinopneumonie verspreid?
Het virus verspreidt zich via:
- Direct contact: zoals neus-aan-neuscontact tussen paarden.
- Indirect contact: bijvoorbeeld door gedeelde stallen of besmette oppervlakken.
- Besmette dragers: zelfs paarden zonder symptomen kunnen het virus overdragen.
Als je vermoedt dat je paard besmet is, kan een dierenarts een diagnose stellen via een neusswab. Bij bevestiging moet het besmette paard direct geïsoleerd worden, en hygiënemaatregelen zoals desinfectie van stallen en verwijdering van mest zijn essentieel.
Behandeling van Rhinopneumonie
Er is helaas geen specifieke behandeling voor Rhino. De aanpak verschilt per verschijningsvorm:
- Verkoudheidsvorm: meestal herstellen paarden vanzelf.
- Abortusvorm: behandeling is niet mogelijk voor het veulen.
- Neurologische vorm: intensieve zorg is nodig. Regelmatig kunnen paarden volledig of gedeeltelijk herstellen. Het tijdig toedienen van aspirinepoeder kan helpen om neurologische schade te beperken.
Hoe kun je Rhinopneumonie voorkomen?
Preventie is cruciaal om het risico op besmetting te minimaliseren:
-
Hygiënemaatregelen
- Laat paarden niet neus-aan-neus snuffelen.
- Ventileer de stallen goed.
- Vermijd het samen huisvesten van wedstrijdpaarden, fokmerries en jonge paarden.
-
Vaccinatie
- Vaccineren vermindert de ernst van de ziekte en de verspreiding van virusdeeltjes, maar het biedt geen volledige bescherming tegen besmetting.
- Vaccinatieschema:
- Basisvaccinatie: eerste vaccinatie, gevolgd door een herhaling na 4-6 weken.
- Herhalingsvaccinatie: iedere 6 maanden.
- Drachtige merries: vaccineren op 5, 7 en 9 maanden van de dracht.
- Veulens: vaccinatie vanaf 5 maanden.
-
Stalmanagement
- Voorkom besmetting door paarden met symptomen direct te isoleren.
- Zorg voor strikte hygiëne en desinfectie.
Rhinopneumonie is een ernstige ziekte die grote impact kan hebben op paarden en hun eigenaren. Hoewel volledige bescherming niet altijd mogelijk is, kunnen preventieve maatregelen zoals goede hygiëne, vaccinatie en slim stalmanagement de risico’s aanzienlijk verkleinen. Heb je een vermoeden van Rhino bij je paard? Neem dan direct contact op met je dierenarts voor een juiste diagnose en advies.
Zorg goed voor je paard en voorkom verspreiding van dit gevaarlijke virus!